Veel vluchtelingen zijn in de afgelopen jaren naar Nederland gekomen. Een groot aantal blijkt veerkrachtig en in staat om hun leven weer op te bouwen. Voor degenen die psychische klachten ontwikkelen, is een tijdig en laagdrempelig PSH-aanbod van ondersteuning wenselijk.
Simone de la Rie en Marieke Schouten
De inventarisatie door de Arq Psychotrauma Expert Groep – in opdracht van ZonMW – van het aanbod van Psychosociale Hulpverlening (PSH)-programma’s wil bijdragen aan een kwaliteitsverbetering in het zorgaanbod voor vluchtelingen.
In 2015 en ’16 zijn veel vluchtelingen in Nederland gearriveerd. Velen van hen komen uit oorlogsgebieden en hebben een risicovolle reis achter de rug. In Nederland volgt een periode van wachten op duidelijkheid over de asielprocedure en de mogelijkheid om gezinsleden te laten overkomen.
Onderken de grenzen van de veerkracht tijdig
De meeste mensen die een schokkende gebeurtenis meemaken, weten daar goed van te herstellen; mensen blijken veerkrachtig. Wel is het belangrijk de grenzen van die veerkracht tijdig te onderkennen.
Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat ongeveer 9% van de onderzochte vluchtelingenpopulaties in het Westen psychische klachten ontwikkelt(1). Kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van psychische klachten na het meemaken van traumatische ervaringen verschilt per persoon.
Het kan eveneens afhangen van het type(2) en aantal(3) gebeurtenissen. Het ontwikkelen van psychische klachten wordt ook versterkt door huidige stressoren in het land van herkomst en in het land van vestiging: post-migratiefactoren. Zowel post-migratiefactoren als de traumatische gebeurtenissen kunnen een rol spelen in het ontwikkelen van psychische klachten(4).
Inventarisatie van het aanbod van Psychosociale Hulpverlening
In opdracht van ZonMW heeft de Arq Psychotrauma Expert Groep een inventarisatie gedaan van het aanbod van Psychosociale Hulpverlening (PSH). Lacunes in de organisatie en aanbod van PSH zijn onderzocht. Daarna zijn kennisvragen betreffende de implementatie van PSH methoden geformuleerd.
In het overzicht van de PSH-programma’s is gekeken op welke wijze de veerkracht en het vertrouwen van mensen kan worden versterkt. Dit kan worden geplaatst in het sociaal maatschappelijk kader dat het begrip Sociaal Kapitaal biedt.
Sociaal Kapitaal betreft maatschappelijke netwerken die zich kenmerken door onderling verbondenheid (vertrouwdheid, solidariteit, overeenkomst); wederkerigheid (gedeelde normen betreffende onderlinge hulp en samenwerking); burgerschap (gemeenschappelijke inzet, participatie) en vertrouwen in de gemeenschap.
Er bestaat een wetenschappelijk aangetoonde relatie tussen Sociaal Kapitaal en diverse gezondheidsparameters enerzijds en economisch potentieel anderzijds. Hoewel slechts gedeeltelijk aangetoond, ligt ook een verband tussen Sociaal Kapitaal en mentaal welzijn voor de hand, vooral via sociale steun en participatie(5).
Sociaal Kapitaal biedt een ordenend principe, bouwt op veerkracht van individuen en groepen en het biedt handelingsperspectief.
Het aanbod van psychosociale hulp
De inventarisatie laat zien dat er veel gebeurt: noodopvang, gemeenten die vluchtelingen opvangen, met inzet van professionals en vrijwilligers. Het is een hoopgevend signaal van veerkracht en motivatie in de Nederlandse samenleving.
Vanuit de (in)formele contacten die vrijwilligers en professionals met vluchtelingen hebben, kan een sterk preventieve werking uitgaan. Het draagt bij aan betekenisgeving en geeft mensen mogelijkheden om nieuwe sociale verbanden aan te gaan en zo ook hun eigen sociaal kapitaal te versterken.
Een urgente behoefte bestaat aan een eenvoudig en toegankelijk ‘instrument’, en richtlijnen ter ondersteuning van professionals en vrijwilligers in het duiden van psychosociale problematiek en een routekaart naar relevante en toegankelijke zorg.
Stepped care-model voor de verschillende stadia van verblijf
De preventieve PSH-programma’s zijn versnipperd. Om te komen tot een ‘stepped care model’ dat de verschillende stadia van verblijf van de vluchteling bestrijkt, is het nodig dat gemeenten in samenwerking met de GGD en andere ketenpartners hun aandeel in preventieve en curatieve zorg verder ontwikkelen. Daarbij is aandacht voor risicogroepen zoals kinderen, pubers, alleenstaande moeders en na-reizigers nodig.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bevorderen van de samenhang binnen de publieke gezondheidszorg en de afstemming ervan met de curatieve gezondheidszorg. De samenhang binnen de psychosociale preventie en zorg voor vergunninghouders die in de gemeente wonen en niet meer onder de COA-opvang vallen, maken hier ook deel van uit.
Vluchtelingen kunnen diverse verhuizingen doormaken voordat ze zich vestigen. Een eenduidige manier van informatieoverdracht en borging van continuïteit in zorg is noodzakelijk. Vanaf de noodopvang, via het AZC naar de zorg in gemeenten.
Dit is vooral voor kinderen en kwetsbare mensen belangrijk. Een dossier dat de vluchteling ook kan mede-beheren en regie op heeft, kan de continuïteit van zorg verbeteren.
Overdracht van gegevens
Scholen en de Jeugdgezondheidszorg hebben landelijk concrete afspraken gemaakt. Ook hebben ze protocollen ontwikkeld voor de overdracht van gegevens. Desondanks zijn er signalen dat de overdracht van gegevens niet altijd goed verloopt.
Regelmatig worden er zorgen geuit over de psychosociale gezondheid van kinderen en jongeren. Maar epidemiologisch onderzoek of klinische registraties die de psychosociale gezondheid in kaart brengen, ontbreken.
Ook is er tot op heden geen systematische studie verricht naar de noodzaak tot interventie, bijvoorbeeld die van traumagerichte behandeling of naar de ontwikkeling van de psychische gezondheid van kinderen in de tijd.
Evidence-based behandeling is wel degelijk voorhanden, ook voor kinderen. Nader onderzoek naar psychosociale gezondheid bij kinderen, bij voorkeur longitudinaal, maar ook studies naar de implementatie en effectiviteit van interventie is nodig om te kunnen komen tot een doelmatige inzet van deze beschikbare behandelingen.
Kennisvragen
De inventarisatie levert nieuwe vragen op:
- Hoe kan afstemming en coördinatie van PSH worden vormgegeven?
- Wat is de landelijke visie over de borging van PSH, wie heeft de leidende rol?
- Hoe kan afstemming vervolgens worden geborgd op de verschillende niveaus van noodopvang tot gemeenten zonder daarmee de lokale initiatieven (mits kwalitatief goed) te beperken?
- Kan er een eenvoudig instrument worden ontwikkeld, dat vrijwilligers en niet-zorgprofessionals helpt om psychische problematiek te onderscheiden en de toeleiding naar zorg te borgen?
- Kan een praktijkgericht onderzoek worden uitgevoerd naar behoeften van kinderen en gezinnen om hen effectief te ondersteunen?
Conclusie
De inventarisatie laat zien hoe veel er al in gang is gezet op het gebied van PSH voor vluchtelingen. De vele bouwstenen, verspreid in het landschap, missen vooral cement.
Coördinatie en wetenschappelijke onderbouwing van PSH-programma’s is nodig. Dit om al deze initiatieven in het aanbod samen te brengen en onderling af te stemmen. Dit zal ten goede komen aan de kwaliteit van PSH voor vluchtelingen en bijdragen aan hun veerkracht en vertrouwen.
Het volledige rapport is beschikbaar op de site van www.zonmw.nl
Goed ouderschap
Op het AZC/GLO Katwijk is een meer-gezinsgroep gepilot met als doel goed ouderschap in moeilijke omstandigheden(9)•. Dit is een preventief programma. Daarbij worden kinderen in ontwikkeling ondersteund door hun ouder(s) die verantwoordelijk zijn. Ouders kunnen vooral van andere ouders leren, en kinderen van andere kinderen en ouders.
Het gaat tot slot om goed te leren omgaan met de stressvolle omstandigheden die migratie en asielprocedure, of aanpassen aan nieuwe omgeving met zich meebrengen. Dit programma is ook in de gemeente Alphen aan den Rijn voor Syrische gezinnen uitgevoerd .
Wijkparticipatie
De Gemeente Breda is gestart met de aanpak ‘Integratie door wijkparticipatie’. Daarin werken vijftien organisaties samen op het gebied van gezondheid, taal, onderwijs en begeleiding naar werk.
Door het verbinden van zorg, onderwijs, integratie, arbeid en wonen wordt het sociaal kapitaal van de vluchteling versterkt, er worden immers mogelijkheden gecreëerd om nieuwe verbindingen aan te gaan. Daarnaast wordt ook het Sociaal Kapitaal van andere inwoners verbonden met dat van de vluchteling. Hierdoor bevordert men wederzijdse integratie. Ook biedt het mogelijkheden om inzicht te krijgen in gezondheid-gerelateerde behoeften van vluchtelingen.
Literatuur
(1)Fazel, M., Wheeler, J., & Danesh, J. (2005). Prevalence of serious mental disorder in 7000 refugees resettled in western countries: a systematic review. The Lancet, 365,1309-14.
(2)Heptinstall, E., Sethna, V., & Taylor, E. (2004). PTSD and depression in refugee children. European Child & Adolescent Psychiatry, 13 (6), 373-380.
(3)Bronstein, I. & Montgomery, P. (2011). Psychological distress in refugee children: a systematic review. Clinical Child and Family Psychology Review, 14 (1), 44-56.
(4)Montgomery, E. (2008). Long-term effects of organized violence on young Middle Eastern refugees’ mental health. Social Science & Medicine, 67 (10), 1596-1603.
(5)Ager, A. ‘For many migrants social bonds established through refugee community organizations or other forms of co-ethnic, co-religious or co-national organization are the most tangible source of social capital.’ Social capital and the dynamics of (re)integration. Paper presented at the Return and Onward Migration Workshop, School of Social and Political Studies, University of Edinburgh, 9-11 April 2008.
Auteurs:
Dr. Simone de la Rie, Klinisch Psycholoog Centrum ’45 / Arq Psychotrauma Expert Groep
Marieke Schouten, MPH, Manager Psychotrauma Diagnose Centrum / Arq Psychotrauma Expert Group
Foto: Martien van Galen
Bijschrift: Hoe is het gesteld met het aanbod van psychosociale hulpverlening voor vluchtelingen?
Lees ook Rollen van ZIN bij implementatie
Geef een reactie