Een succesvolle transitie van belevingsgerichte zorg naar belevingsgericht werken: vrijheid en eigen regie van de cliënt staat vanaf nu centraal. In dit artikel beschrijven we een succesvolle aanpak om deze transitie te realiseren in de ouderenzorg.
J.L.P.Ekkerink en L.E. Vat
De veelomvattendheid van belevingsgerichte zorg is een valkuil. Het gevaar bestaat dat het te weinig concreet wordt voor de medewerker op de werkvloer. Iedere organisatie in de ouderenzorg kent ‘belevingsgericht zorgen’. Dit wil niet zeggen dat medewerkers belevingsgericht werken. Actieve werkwoordvormen zijn nodig om de boodschap bij de medewerkers over te brengen.
In januari 2013 heeft De Waalboog, een centrum voor ouderenzorg in Nijmegen, daarom een vernieuwde visie op belevingsgerichte zorg in haar organisatie gelanceerd onder de naam: Belevingsgericht Werken. Ter ondersteuning en inspiratie is Vilans gevraagd mee te denken bij het implementeren van de visie op belevingsgericht werken in de gehele organisatie. Met als doel dat de cliënt meer in vrijheid kan leven.
Belevingsgericht werken: wat is het?
Belevingsgericht werken gaat over de wijze waarop we naar cliënten en mantelzorgers kijken. Het is denken vanuit de cliënt, de cliënt centraal plaatsen. Belevingsgericht werken is als werkvorm geformuleerd om medewerkers te inspireren en te activeren deze visie uit te dragen in de praktijk. Belevingsgerichte zorg is een zorgmethodiek die speciaal ontwikkeld en uitgewerkt is voor mensen met dementie (De Lange, 2004).
In tegenstelling tot belevingsgerichte zorg doet belevingsgericht werken een beroep op alle andere disciplines binnen de organisatie, zoals: keukenmedewerkers en receptiemedewerkers. Vanuit de visie van belevingsgericht werken, hebben alle medewerkers een gezamenlijk aandeel om de cliënt vrijheid en regie te bieden. Om de cliënt vrijheid en regie te kunnen geven is het belangrijk dat de verschillende disciplines goed met elkaar samenwerken en hun werk helder op elkaar afstemmen.
Visie van De Waalboog op belevingsgericht werken
Voor De Waalboog betekent belevingsgericht werken dat alle medewerkers en vrijwilligers bewust bezig zijn met de wensen en behoeften aan vrijheid en eigen regie en de beleving van zorg door de cliënt en mantelzorgers. De Waalboog heeft haar visie op belevingsgericht werken vertaald naar vier concrete vragen. Deze reflectievragen vormen een handvat voor het werken van medewerkers. Voor de medewerkers van De Waalboog staan dagelijks vier vragen centraal:
1. Wat heb ik vandaag betekend voor de cliënt?
2. Hoe heeft de cliënt keuzes kunnen maken?
3. Hoe heb ik vandaag vrijheid geregeld?
4. Hoe doe ik het samen met de cliënt, mantelzorger en familie?
Hoe heeft de implementatie plaatsgevonden?
De Waalboog heeft gekozen voor een bottom-up benadering waarbij medewerkers de ruimte krijgen om belevingsgericht werken zelf vorm te geven. De Waalboog startte de implementatie van belevingsgericht werken met een inspiratieweek met workshops voor medewerkers, vrijwilligers, bewoners en mantelzorgers waarin de vier vragen van belevingsgericht werken werden besproken.
Het doel van deze workshops was onder andere om een bewustwordingsproces in het denken over vrijheid te stimuleren.
Ambassadeurs werden ingezet tijdens de implementatie. Met als doel een olievlekeffect in de organisatie te creëren en vanuit de dagelijkse praktijk te komen tot een verandering in de werkwijze. Medewerkers met hart voor het onderwerp en de wens een voorloper te zijn binnen hun team of afdeling konden zich aanmelden. Alle afdelingen, disciplines en diensten leverden één of twee ambassadeurs die gedurende twee jaar aan de slag gingen met de vier pijlers van belevingsgericht werken: attitude, eigen regie, vrijheid en samenredzaamheid (zie figuur 1).
In totaal gingen ruim 60 ambassadeurs op hun werkplek, binnen hun dienst, in gesprek. Ze praatten met bewoners, mantelzorgers, vrijwilligers en collega’s over belevingsgericht werken. Vragen werden beantwoord als: Hoe belevingsgericht werken wij?; Wat kan beter?
Zo werkten zij een half jaar aan elke pijler, waarna de ambassadeurs bijeen kwamen: ze deelden ervaringen en werkvormen, successen en leerpunten. De organisatie lag in handen van een multidisciplinair samengestelde projectcommissie belevingsgericht werken waarin verschillende afdelingen, disciplines en een lid van de Cliëntenraad vertegenwoordigd was.
Tijdens de introductiedagen voor nieuwe medewerkers en vrijwilligers wordt expliciet aandacht besteed aan belevingsgericht werken, zodat zij weten waar De Waalboog voor staat en wat er van hen in deze verwacht wordt. De Waalboog heeft een stappenplan ontwikkeld voor de zorg voor vrijheid en eigen regie:
1. Inventariseer wensen: wat zijn de wensen van de cliënt om eigen keuzes te kunnen maken en zich vrij te voelen, om datgene te kunnen doen en laten wat voor hem of haar er echt toe doet?
2. Maak een risico-inventarisatie: welke factoren belemmeren de vrijheid en het voeren van eigen regie van de cliënt of kunnen schade toebrengen aan de cliënt en/of zijn/haar omgeving?
3. Wordt de wens van de cliënt met ‘nee’ beantwoord, bespreek de wens in dialoog met cliënt(systeem) en met elkaar om te zoeken naar mogelijkheden om van een ‘nee’ een ‘ja’ of een ‘nee, tenzij’ te maken.
4. Geef met cliënt(systeem) en vrijwilligers samen uitvoering aan afspraken rondom vrijheid en eigen regie.
Naast draagvlak vanuit het management is regelruimte voor de medewerker een belangrijke voorwaarde gebleken om de implementatie van belevingsgericht werken te laten slagen. De wensen van bewoners, mantelzorgers en Cliëntenraad zorgden bij de medewerkers voor een gevoel van urgentie om met de nieuwe werkmethode aan de slag te gaan. Medewerkers werden enthousiast en zagen na de workshops kansen en uitdagingen om met de nieuwe manier van werken aan de slag te gaan.
Wat heeft belevingsgericht werken De Waalboog opgeleverd?
De implementatie van belevingsgericht werken werd een succes door de inzet van ambassadeurs. Successen werden opgepakt en gepubliceerd in het familie- en personeelsblad. Medewerkers zijn zich meer bewust geworden van de manier waarop zij gewend zijn te zorgen. Routines worden makkelijker doorbroken door in gesprek te gaan en te blijven met cliënt en mantelzorgers. Er wordt minder “nee” verkocht door in dialoog met elkaar tijd en ruimte te nemen om van een “nee” een “ja” te maken, te zoeken naar wat wel kan. In de praktijk bleek meer mogelijk dan gedacht. PG-afdelingen zijn minder gesloten en mensen met dementie hebben meer bewegingsruimte gekregen buiten hun afdeling. Medewerkers ervaren minder strijd tussen cliënten, familie en medewerkers en meer durf om samen met cliënt(systeem) risico’s te nemen. Vrijheid boven veiligheid.
Resultaten uit recent tevredenheidsonderzoek en een externe audit laten zien dat vrijheid en eigen regie van bewoners zichtbaar is verbeterd. Externe auditors gaven aan dat belevingsgericht werken niet alleen mooi op papier staat, maar dat het concreet vertaald wordt op de afdelingen. “Medewerkers spreken met passie over hun werk en kunnen mooie voorbeelden laten zien”.
Een praktijkvoorbeeld
Mevrouw Roosdijk toont ontremd gedrag door beginnende dementie. Zij domineert het gesprek aan tafel. Medebewoners krijgen geen kans om wat te zeggen of mevrouw Roosdijk heeft dat al gedaan. Aangesproken op haar gedrag reageert ze boos en verongelijkt. Vanuit belevingsgericht werken wordt mevrouw Roosdijk door de psycholoog uitgenodigd te helpen bij de beleving van haar gedrag door medebewoners en medewerkers. Zij erkende “druk” te kunnen zijn: “Dan moet je maar zeggen dat ik mijn mond moet houden.”
De psycholoog reageerde: “Ja, maar ik ben bang dat u dan heel kwaad wordt. Hoe kan ik op u reageren zonder dat u kwaad wordt?” De reactie van mevrouw Roosdijk was verrassend helder en eenvoudig: “Zeg het met liefde”. Samen met mevrouw Roosdijk werd afgesproken dat als zij “erg druk” zou zijn, om dan achter haar te gaan staan, haar liefdevol aan te raken op arm of schouder en haar te helpen met het verleggen van de aandacht naar de ander, bijvoorbeeld: “Mevrouw Die wil wat zeggen”. Mevrouw Roosdijk heeft de medewerkers van De Waalboog geleerd hoe ze haar vriendelijk kunnen begrenzen en hoe vrijheid gevonden kan worden binnen gedeelde grenzen.
Hoe verder?
Samen met de Cliëntenraad wil De Waalboog doorgaan met het verder ontwikkelen en verdiepen van belevingsgericht werken. Om belevingsgericht werken goed te borgen, heeft de projectcommissie alle bestaande protocollen en richtlijnen binnen de organisatie tegen het licht gehouden van belevingsgericht werken en een advies uitgebracht aan de raad van bestuur hoe vrijheid en regie verankerd kunnen worden in het zorgproces: van intake tot nazorggesprek. Dit wordt momenteel verder uitgewerkt.
De Waalboog heeft samen met Vilans de oogst van twee jaar hard werken gebundeld in een brochure. Deze brochure is te downloaden op het kennisplein Zorg voor Beter en op de website van De Waalboog. Projectleider Marjolein van der Donk: “In de brochure delen we onze ervaringen en successen. We hopen dat deze brochure de lezer inspireert om met belevingsgericht werken aan de slag te gaan en te blijven.”
- Wat is bekend?
Aandacht voor dialoog en de beleving van de cliënt is niet nieuw - Wat is nieuw?
Nieuw is de omslag van belevingsgerichte zorg voor mensen met dementie naar belevingsgericht werken voor alle doelgroepen met of zonder dementie met expliciete aandacht voor vrijheid van de cliënt en eigen regie. De medewerker is hierbij regieondersteuner. - Wat kun je ermee?
Belevingsgericht werken biedt een gemeenschappelijke taal: een kader waarin medewerkers elkaar kunnen aanspreken bij het zoeken en het vinden van antwoorden op vragen voor alle wensen en behoeften van cliënten, samen met familie en vrijwilligers.
Informatie over de auteurs
Dr. John Ekkerink is GZ-psycholoog bij Stichtring De Waalboog, Nijmegen; Lidewij Vat is adviseur bij Vilans kenniscentrum langdurende zorg.
Literatuur
De Lange J. (2004), Omgaan met dementie. Utrecht, Trimbos,
Geef een reactie