In Kwaliteit in Zorg is een mooi overzicht gepresenteerd van de trends in het kwaliteitsdenken in de zorg op basis van de artikelen in 25 jaar KiZ. Zien we deze trends in de ziekenhuiszorg doorzetten in de komende vijf jaar? Wat is daarbij het grootste vraagstuk, de grootste bedreiging en de grootste stimulans?
Gera Welker
We moeten de komende vijf jaar niet ‘back to the future’, maar ‘forward to the essence’. En de kern, de essentie ofwel de bedoeling1 van ziekenhuizen is het ‘samen leveren van goede zorg aan de patiënt’. De komende vijf jaren staan in het teken van het vinden van de mogelijke wegen naar de bedoeling.
In relatie tot kwaliteit van zorg in de ziekenhuiszorg spelen momenteel meer grote vraagstukken. Zoals de verdere differentiatie tussen complexe en basiszorg, het steeds meer samenwerken over de grenzen van de eigen organisatie heen al dan niet in netwerken, de ontwikkeling naar ‘shared governance’, de toenemende patiëntparticipatie in verschillende varianten, de druk van externe partijen om transparant te zijn en de toenemende druk op de doelmatigheid van zorg en zorgorganisatie.
Maak kwaliteit van zorg in ziekenhuizen zichtbaar
Er is een grote vraag van externe partijen om de kwaliteit van zorg, door ziekenhuizen geleverd, zichtbaar te maken. De IGZ wil toezicht kunnen houden op de geleverde zorg, patiënten moeten kunnen kiezen voor zorg die voldoet aan de voor hen belangrijke kwaliteitseisen en zorgverzekeraars willen goede zorg tegen een lage prijs inkopen. De vraag om transparantie heeft feitelijk geleid tot een stapeling van toezicht en controles.
De hoeveelheid aan te leveren indicatoren, externe toetsen en verplichtingen zijn niet meer te overzien en volgens zowel bestuurders, managers als zorgprofessionals niet meer te managen. Belangrijk gevolg van deze externe regeldruk is ook dat de aandacht wordt verlegd naar het verantwoorden in plaats van naar het verbeteren van kwaliteit.
Erkend wordt – ook door de politiek – dat de controle in de zorg is doorgeschoten, waarbij een belangrijke constatering is dat registratielasten hoog zijn en onvoldoende aansluiten bij het primaire zorgproces. Terwijl in het primaire zorgproces juist de kwaliteit van zorg voor een groot deel wordt bepaald.
Zorgprofessionals, managers en bestuurders zoeken elkaar al steeds meer op om gezamenlijk over deze vraagstukken na te denken en naar oplossingen te zoeken. Binnen dit krachtenveld is de kern nog steeds het leveren van kwalitatief goede en veilige zorg. De essentie van de zorg speelt zich feitelijk af op het microniveau van zorg voor de individuele patiënt. We associëren dit met de ‘leefwereld’, het primaire zorgproces rondom de patiënt, waar de zorgverleners in direct contact met de patiënt staan.
De motivatie van de zorgverlener om zijn of haar werk goed te doen
De belangrijkste motor van het totale systeem van het leveren van kwaliteit en veiligheid is de (intrinsieke) motivatie van de zorgverlener om zijn of haar werk goed te doen. Deze intrinsieke motivatie zorgt ervoor dat zij een actieve houding aannemen ten aanzien van het leveren van goede en veilige zoorg2 (Rupert, 2013). Intrinsiek gemotiveerde zorgverleners werken vanuit de wil om goede en veilige zorg te leveren.
De effecten van dit gedrag zijn duurzamer dan wanneer het gedrag op basis van externe prikkels (compliance aan regels) plaatsvindt3. Het is dus essentieel dat de zorgverleners de mogelijkheid hebben om vanuit hun intrinsieke motivatie te werken aan het continue verbeteren van kwaliteit van zorg.
De regels, procedures, afspraken en organisatie, ook wel systeemwereld genoemd, zouden ten dienste moeten staan van het zorgproces. Anno 2015 wordt veel gesproken over de verschillen tussen leefwereld en systeemwereld, het gevoelde gebrek aan begrip voor elkaar, de verschillende talen die gesproken worden. Het vraagstuk voor de komende vijf jaar is dus hoe goede kwaliteit van zorg weer centraal komt te staan in het leveren van zorg, bij zorgverleners, managers en bestuurders. Dit vraagt minimaal om wederzijds begrip tussen leef- en systeemwereld, en idealiter zouden beiden werelden geïntegreerd moeten worden.
Het verantwoorden over de geleverde kwaliteit van zorg blijft een belangrijk deel van kwaliteit. Het kan echter niet zo zijn dat transparantie over kwaliteit leidt tot een uitwas aan indicatoren en kwaliteitsmetingen ten behoeve van externe verantwoording, die niet meer worden geïnitieerd met de bedoeling de kwaliteit van zorg te verbeteren.
De benodigde kwaliteitsinformatie
Transparantie mag niet komen in plaats van vertrouwen. Zorgverleners moeten zelf – waar relevant in samenspraak met patiënten – kunnen aangeven welke kwaliteitsinformatie zij nodig hebben om de door hen geleverde kwaliteit van zorg te kunnen verbeteren.
Kortom, de komende vijf jaar moeten we ‘op weg naar de bedoeling’. De bedoeling van de zorg is het leveren van goede kwaliteit van zorg aan de patiënt. In plaats van dat regels en systemen bepalen wat er in de leefwereld gebeurt, staat de patiënt en het primaire zorgproces centraal en moet de verantwoording – zowel intern als extern – ingericht worden vanuit de leefwereld.
Noten
1.Geïnspireerd op het gedachtengoed van Wouter Hart en Marius Buiting, ‘terug naar de bedoeling’. (Hart, W. Verdraaide Organisaties. Terug naar de bedoeling. Kluwer 2012)
2.Rupert, J. Van compliance naar participatie. Eindrapportage literatuuronderzoek versterken arbeidsparticipatie. April 2013
3.Ryan, R.M., and Deci, E.L. Self-determination theory ans the facilitation of intrinsic motivation, social development and well-being. 2000. American Psychologist 55 (1), 68
Over de auteur
Gera Welker is werkzaam bij UMCG en lid van de redactie van KiZ.
Geef een reactie