Stel, je bent de ontwikkelaar of projectleider van een good practice of interventie voor de langdurige zorg. En je weet dat jouw good practice kwalitatief goede zorg oplevert of de kwaliteit van zorg en ondersteuning verbetert. Hoe zorg je er dan voor dat anderen deze interventie ook kunnen gebruiken? Hoe help je de langdurige zorg verbeteren? Dat kan onder meer door de interventie aan te melden op www.zorginzicht.nl.
Mariët Ebbinge
Als je een interventie hebt, zijn er twee mogelijkheden. Je kunt de interventie aanmelden bij zorginzicht.nl als zogenoemd praktijkvoorbeeld. Angelie van der Aalst, projectleider Good Practices voor de langdurige zorg van Zorginstituut Nederland: “Praktijkvoorbeelden zijn interventies die het leven van kwetsbare mensen in de langdurige zorg een stukje aangenamer maken. Dat kan een werkpraktijk zijn, een zorgvorm of een bepaalde aanpak. Een praktijkvoorbeeld heeft nut voor de zorgpraktijk, zonder dat daar al een goede onderbouwing door onderzoek voor voorhanden is.”
Een andere mogelijkheid is om het praktijkvoorbeeld of de interventie te laten erkennen door een commissie van deskundigen. Erkenning van de interventie betekent dat deskundigen jouw interventie theoretisch als goed onderbouwd of bewezen effectief in de praktijk beoordelen. Hiervoor moet je met onderzoek of theoretische bronnen kunnen onderbouwen dat je interventie ook daadwerkelijk doet wat je ermee bedoeld hebt.
Erkende interventies en praktijkvoorbeelden kunnen onder de noemer good practices op zorginzicht.nl opgenomen worden. Daarnaast zijn erkende interventies ook te raadplegen in de databanken van Vilans en het Trimbos-instituut.
Vilans voert het traject uit voor de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg en het Trimbos-instituut voor de langdurige geestelijke gezondheidszorg. De kennisinstituten hebben elk eigen erkenningscommissies gericht op hun specifieke werkvelden. Deze commissies van Vilans en van het Trimbos-instituut bestaan uit deskundige mensen die werkzaam zijn als professional en/of wetenschapper in de langdurige zorg van het betreffende werkveld1.
Zorginzicht.nl om de implementatie van goede zorg te bevorderen
Het is een van de taken van het Zorginstituut om de implementatie van goede zorg te bevorderen. De website zorginzicht.nl is daarbij een belangrijk hulpmiddel, omdat deze een overzicht biedt van alle bestaande informatie over kwaliteit van zorg. Op zorginzicht.nl staan nu ongeveer 50 erkende interventies en praktijkvoorbeelden. Op zorginzicht.nl bevinden zich ook andere kwaliteitsproducten voor de zorg, zoals kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten.
Er wordt er op dit moment gewerkt aan een verbeterde interface van zorginzicht.nl. Van der Aalst: “De good practices (praktijkvoorbeelden én erkende interventies) krijgen een eigen pagina. Het wordt makkelijker om te zoeken naar een interventie voor een bepaalde doelgroep. En bepaalde praktijkvoorbeelden worden er periodiek uitgelicht. Ook het aanmelden van nieuwe praktijkvoorbeelden wordt eenvoudiger: in plaats van een ‘kwaliteitsproduct’ kun je nu een good practice plaatsen.”
Het Zorginstituut wil het aantal praktijkvoorbeelden uitbreiden en zoekt actief naar goede voorbeelden. Van der Aalst: “Ontwikkelaars van praktijkvoorbeelden kunnen deze ook aanmelden op de site. Wel wordt er een aantal vragen gesteld. Deze vragen gaan onder andere over het beoogd resultaat, de aanpak, de werkende principes en de meerwaarde voor de doelgroep.” Het praktijkvoorbeeld kan bij geschiktheid natuurlijk ook doorstromen naar het erkenningstraject of doorontwikkeld worden tot een Kwaliteitsstandaard voor goede zorg en ondersteuning.
Interventietraject duurt gemiddeld ruim een half jaar
Het traject om een erkende interventie te worden duurt gemiddeld ruim een half jaar. Sonja van Rooijen van het Trimbos-instituut: “Het kost tijd om de interventie nauwkeurig te beschrijven. Daarvoor is een werkblad gemaakt waarin wordt beschreven wat het doel is van de interventie en waarin de aanpak goed wordt verantwoord. De erkenningstrajecten werken voor alle werkvelden volgens eenzelfde protocol, met dezelfde formulieren en beoordelingscriteria.”
Zowel het Trimbos-instituut als Vilans benaderen ontwikkelaars en licentiehouders van interventies actief. Daarnaast kan een interventie worden aangemeld via de website van Vilans en het Trimbos-instituut. Willy Calis, Projectleider Erkenningstraject Vilans: “Op onze site kunnen de ontwikkelaars van een interventie een factsheet invullen. Op grond van wat is ingevuld kunnen wij zien of een interventie een kans maakt om erkend te worden. Is dat zo dan ondersteunen wij de ontwikkelaar bij het beschrijven en indienen van de interventie.”
Calis: “In de eerste ronde geven we feedback op de ingevulde formulieren waarin de interventie is toegelicht. Er is dan altijd aanvullende informatie nodig. Ook geven we adviezen over hoe de interventie het beste beschreven kan worden. Daarna zijn er meestal nog eens twee of drie rondes te gaan om de beschrijving van de interventie compleet te maken. Daar hoort een aannemelijke (theoretische) onderbouwing van de aanpak van de interventie bij. Dat is lastiger bij interventies die veelomvattend zijn, zoals je vaak ziet in de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg.”
Als de beschrijving van de interventie compleet is, wordt het voorgelegd aan de erkenningscommissie. Calis: “De commissie kan een interventie erkennen, niet-erkennen of onder voorbehoud erkennen. In het laatste geval is er vaak nog aanvullende informatie nodig. Het kan betekenen dat de indieners van een interventie nog een tijd bezig zijn met het verzamelen van de ontbrekende informatie, bijvoorbeeld omdat ze onderzoek moeten doen naar de uitvoering of het effect van de interventie.”
Van Rooijen benadrukt dat het traject ook voor interventies die uiteindelijk niet worden erkend de moeite waard is. ‘Ontwikkelaars of projectleiders van interventies geven aan dat het een leerzaam traject is geweest dat een impuls geeft tot kwaliteitsverbetering.’
Een interventie die erkend is, blijft dat vijf jaar lang. Daarna moet de interventie opnieuw worden ingediend.
Toekomst
Het Zorginstituut, Vilans en het Trimbos-instituut werken nauw samen om de erkende en niet-erkende interventies naar een hoger plan te tillen en het gebruik ervan te verspreiden. Van der Aalst: “De praktijkvoorbeelden en de erkende interventies stellen ons voor de uitdaging om ze verder uit te dragen. Wij willen dat andere zorgorganisaties er wat mee gaan doen. Dat doen we door de interventies op zorginzicht.nl en de databanken van Vilans en het Trimbos-instituut toegankelijk te maken [zie kader, ME]. Maar we kunnen meer doen. We gaan in 2016 samen een congres organiseren waarin wij de (erkende) interventies de gelegenheid geven zich te presenteren en zo te laten zien hoe zij de kwaliteit van zorg verbeteren. We hopen dat ze daarmee anderen inspireren.”
De erkenning van interventies biedt nog andere kansen. Van Rooijen: “Als er in de toekomst meer erkende interventies in de langdurige zorg zijn, kunnen we op zoek gaan naar de ‘werkzame bestanddelen’. Is er een grote gemeenschappelijke deler te ontdekken in de interventies die hun succes verklaart? Dat maakt de erkende interventies nog interessanter.”
Erkende interventie Crisiskaart
Een van de erkende (ggz-)interventies is de crisiskaart. De crisiskaart is een klein documentje dat iemand met een psychiatrische aandoening bij zich kan dragen. Als bij deze persoon een crisis dreigt, kunnen mensen in zijn omgeving op het kaartje lezen wat hij heeft, hoe er gehandeld dient te worden en wie er benaderd moet worden.
Doel van de kaart is het voorkomen van crises en (gedwongen) opnames en verbetering van de kwaliteit van de acute zorg. ‘We merken dat de kaart goed is voor het zelfvertrouwen van de cliënten’, aldus crisiskaartconsulent René Poland.
In het hele land wordt de kaart op eenzelfde wijze toegepast. Poland: “De reden dat wij de kaart, en dus de interventie, wilden laten erkennen is dat de toepassing en het gebruik van de kaart door een onafhankelijke instantie wilden laten beoordelen.” Poland denkt ook dat de erkenning voor het krijgen van financiering door zorgverzekeraars en gemeenten van belang kan zijn.
Het traject om de erkenning te verkrijgen duurde een half jaar. “Het was een tijdsinvestering, maar het was leuk om zaken die voor de erkenning nodig waren uit te pluizen. Het maakt je nog bewuster van het nut van de crisiskaart.
Als tip voor andere interventies die erkend willen worden, zegt Poland dat een theoretische onderbouwing belangrijk is. “Probeer publicaties over je interventie te verzamelen. Of doe er onderzoek naar. Wij krijgen terug van de cliënten dat de crisiskaart hun helpt om zelfstandiger te zijn. Gelukkig konden we op grond van onderzoek de beoordelingscommissie hiervan overtuigen. Maar het was misschien makkelijker geweest als er we meer onderzoek ernaar hadden gedaan.”
Praktijkvoorbeeld: Buzz Buddy
Buzz Buddy is bedacht door gehandicaptenorganisatie Cavent. Buzz Buddy stelt mensen met een beperking in staat om zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen. Het apparaatje ter grootte van een kleine mobiele telefoon bevat GPS en GSM. Via GPS kunnen cliënten door begeleiders of ouders op een speciale site gevolgd worden. Bij nood kunnen ze met een druk op de knop automatisch bellen met ouders of begeleiders. Binnen Cavent maken 21 cliënten gebruik van het apparaatje.
Ilse Windey, projectbegeleider bij Cavent en zelfstandig trainer en methodeontwikkelaar: “Buzz Buddy is een goed alternatief voor de taxi. Het is niet alleen goedkoper maar maakt cliënten ook onafhankelijker. Ze hoeven niet meer uren in een taxi te zitten omdat deze nu eenmaal langs meerdere adressen moet.’ Windey hoopt dat ook gemeenten geïnteresseerd raken in het hulpmiddel. ‘Het geeft handen en voeten aan de inclusie van mensen met een beperking.”
Cavent is een organisatie die graag kennis wil delen. Buzz Buddy heeft inmiddels zijn weg gevonden naar andere gehandicaptenorganisaties als Gemiva, Plurijn en Talant. Kennis delen was ook het motief om het hulpmiddel als praktijkvoorbeeld aan te bieden bij zorginzicht.nl. Windey: “We vinden het belangrijk dat het zijn weg vindt naar zo veel mogelijk andere organisaties.”
Erkende interventie Dierbare herinneringen
De interventie Dierbare herinneringen, die twee maanden geleden werd erkend, is erop is gericht om specifieke en positieve herinneringen naar boven te halen bij ouderen met depressieve klachten. Getrainde vrijwilligers voeren daartoe vijf gesprekken met depressieve ouderen. Dierbare herinneringen is een samenwerkingsproject van het Levensverhalenlab van de Universiteit Twente, Zorgcentrum de Posten en Zorggroep Sint Maarten. Gerben Westerhof, adjunct hoogleraar psychologie aan de Universiteit Twente en directeur van het Story Lab:”Door ouderen aan te moedigen om hun prettige herinneringen in geuren en kleuren te vertellen, ervaren ze positieve emoties en verminderen hun depressieve klachten.”
De interventie is relatief eenvoudig aan te leren. “Vrijwilligers leren hoe ze ouderen de vaardigheid kunnen bijbrengen om zelf hun positieve herinneringen naar boven te laten halen.’ Die vaardigheid is cruciaal voor het langetermijneffect van de interventie op de depressieve klachten van de ouderen. ‘Uit eigen onderzoek blijkt dat vrijwilligers die iets leuks doen met ouderen eenzelfde effect hebben op het verminderen van depressieve klachten, maar in tegenstelling tot Dierbare herinneringen is dat effect niet door de oudere zelf te beïnvloeden.”
Dierbare herinneringen werd in het erkenningstraject begeleid door Vilans. Westerhof: “Vilans weet waar de erkenningscommissie op let. Het kenniscentrum heeft ons geholpen de interventie heel precies te beschrijven. Ook gaf Vilans aan dat een theoretische onderbouwing heel belangrijk is. Gelukkig was er al buitenlands onderzoek dat het effect van onze interventie aantoont. Dat hebben we aangevuld met eigen onderzoek.”
Westerhof is blij met de erkenning. ‘Het laat zien dat onze interventie ook in de ogen van een deskundige commissie effect heeft. Zorggroep Sint Maarten en Zorgcentrum De Posten werken er al mee, mede met financiering van Menzis Zorgkantoor en Zorgkantoor Friesland. Door de erkenning denk ik dat er meer verpleeghuizen gaan volgen. De erkenning helpt hopelijk ook zorgverzekeringen te overtuigen.””
Waar kunt u de praktijkvoorbeelden en erkende interventies bekijken?
Na erkenning komt de interventie op de volgende websites:
– www.vilans.nl/databankinterventies en
www.kennispleingehandicaptensector.nl/erkenningstraject, als het om interventies voor de gehandicaptenzorg gaat en www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/Zvb-Kennis-delen/interventies-in-de-langdurende-zorg.html, als het om interventies voor de ouderenzorg gaat.
– https://www.trimbos.nl/themas/langdurige-ggz-erkenning-interventies en
https://www.trimbos.nl/themas/langdurige-ggz-erkenning-interventies/effectieve-interventies-crisiskaart
Alle erkende interventies én de praktijkvoorbeelden staan op www.zorginzicht.nl; kies voor Good Practices.
Aanmelden praktijkvoorbeeld: www.zorginzicht.nl bij tabblad Good Practices
Aanmelden interventie ouderenzorg en gehandicaptenzorg (bij wens om erkend te worden): via het aanmeldformulier op www.vilans.nl/databankinterventies
Aanmelden interventie langdurige geestelijke gezondheidszorg (bij wens om erkend te worden): via de site van het Trimbos-instituut:
https://www.trimbos.nl/themas/langdurige-ggz-erkenning-interventies
Noten
1. Vilans en het Trimbos-instituut zijn met vijf andere kennisinstituten aangesloten bij het Samenwerkingsverband Erkenning van Interventies. Deze kennisinstituten hebben elk een eigen erkenningscommissie gericht op een specifiek werkveld namelijk sport en bewegen (NISB), gezondheidsbevordering (CGL), jeugdgezondheidszorg (NCJ), jeugdhulp en ontwikkelingsstimulering (NJi) en de sociale sector (Movisie).
Over de auteur
Mariët Ebbinge is freelance journalist.
Geef een reactie