
Steeds meer wordt er een beroep gedaan op informele zorg: gegeven door mantelzorgers, familieleden, andere bekenden uit het sociale netwerk én vrijwilligers. De noodzaak daartoe wordt steeds groter, mede door veranderingen in de AWBZ, ook in de verblijfszorg. De familie verplichten om vier uur per week ondersteuning te leveren lijkt te kort door de bocht. Om familie en vrijwilligers een volwaardige plek te geven in de zorg is het nodig dat ook de eigen organisatie onder de loep wordt genomen. Is er openheid en ruimte om samen met familie en vrijwilligers op te trekken? Voelen familie en vrijwilligers zich welkom? Is er ruimte voor hun inbreng?