‘Goed zijn’ in de verloskundige praktijk heeft met verschillende aspecten te maken. Het is gerelateerd aan het eigen oordeel van verloskundigen over de uitvoering van hun eigen praktijk, maar ook aan de mening van de cliënten over die praktijk. Om goed te zijn moet een praktijk voldoen aan een aantal van tevoren vastgestelde criteria. De KNOV heeft een actieve rol in het ontwikkelen en vaststellen van deze criteria. Daarnaast is het van belang dat andere partijen, zoals zorgverzekeraars, inspectie en ketenpartners, inzicht in dat ‘goed zijn’ hebben. Dit artikel gaat over hoe verloskundigen kunnen laten zien dat zij ‘goed zijn’.